Als vrijwilliger een gesprek aangaan met je cliënt, het is soms makkelijker gezegd dan gedaan. Hoe doe je dat als je cliënt erg terughoudend is en niet makkelijk communiceert. Deze 5 tips kunnen je daarbij helpen.

  1. Wees een OEN: Open, Eerlijk en Nieuwsgierig
    Wees oprecht nieuwsgierig en sta open voor de ander. Geef je cliënt de ruimte iets te vertellen of uit te leggen. Vind je het moeilijk om  te beginnen? Vraag dan eens wat iemand de afgelopen week heeft gedaan en hoe hij/zij dat heeft ervaren. Stel open vragen en wees nieuwsgierig naar de ander.
  2. Gebruik LSD: Luisteren, Samenvatten, Doorvragen
    Luisteren doe je met je hele lichaam. Door je lichaamshouding laat je de ander zien dat je geïnteresseerd bent in wat hij of zij te zeggen heeft. Je kunt dat onder andere doen door het maken van oogcontact of door non-verbale signalen als gebaren spiegelen en knikken. Kijk ook naar de lichaamstaal van de ander. Hoe is de gezichtsexpressie, hoe spreekt iemand de woorden uit? Vat na afloop van het verhaal kort samen en laat de ander reageren. Vraag door als iets onduidelijk is.
  3. Laat OMA (wat vaker) thuis: Oordelen, Meningen, Adviezen
    Als iemand iets vertelt, laat dan eigen oordelen, ideeën en adviezen voor wat ze zijn en luister met een open houding. Geef, hoe moeilijk misschien ook, niet meteen tips of advies hoe iemand volgens jou moet omgaan met een bepaalde situatie. Een advies is pas succesvol als de ander het wil ontvangen. Wacht daarom altijd op vragen als: wat zou jij doen in mijn plaats? Of vraag of je een suggestie mag doen. Laat het gesprek ook vooral een manier zijn voor de cliënt om zijn of haar hart te luchten.
  4. Smeer NIVEA: Niet Invullen Voor Een Ander
    Mensen hebben de neiging om zelf andermans bedoelingen in te vullen. “Deze vraag ga ik niet stellen, want dat vindt hij of zij vast moeilijk.” Eigenlijk ontneem je hiermee de ander de mogelijkheid om zelf op iets te reageren, keuzes te maken of om zelf aan te geven wat hij of zij lastig vindt.
  5. Maak het niet te zwaar
    Er zijn voor de ander en hem of haar zien is soms al voldoende

 

 

Bron: Zorg en Welzijn